Veel jonge slachtoffers blijven onzichtbaar voor hulpinstanties

In opdracht van Slachtofferhulp Nederland deed I&O Research onderzoek naar het verschil tussen ‘zichtbare’ en ‘onzichtbare’ slachtoffers van ingrijpende gebeurtenissen. De resultaten liegen er niet om. Meer dan de helft van Nederlandse slachtoffers is ‘onzichtbaar’. Onder jongeren tussen de 16 en 34 is dit aantal zelfs nog iets hoger dan onder ouderen. Dit terwijl 63% van de ondervraagde bekend is met Slachtofferhulp Nederland en de hulp die zij kunnen bieden. Waarom melden deze jongeren zich niet?

Zichtbare slachtoffers vs. Onzichtbare slachtoffers

Zichtbare en onzichtbare slachtoffers, wat zijn dat nou eigenlijk? In de onderzoeksresultaten definieert I&O Research onzichtbare slachtoffers als betrokkenen van een incident die niet bekend zijn bij een hulpinstantie. Zij hebben zelf geen melding gemaakt en het voorval is niet bekend bij een hulpinstantie, of het voorval is wel bekend maar de betrokkenheid van het slachtoffer niet. Zichtbare slachtoffers daarentegen zijn wel bekend bij een hulpinstantie. Het voorval en de betrokkenheid van het slachtoffer hiervan zijn dan door het slachtoffer zelf of een naaste gemeld.

Soorten incidenten

Binnen het onderzoek werden verschillende typen incidenten onderzocht. Van de incidentsoorten waarvan de slachtoffers merendeel onzichtbaar zijn steekt de categorie Fraude en Oplichting met kop en schouders boven de rest uit. Binnen dit soort incidenten is bijna de helft (45%) van de slachtoffers onzichtbaar. Ter vergelijking, het dichtstopvolgende percentage is met 20% Vernieling, vandalisme of brandstichting.

Verder had 19% van de onzichtbare slachtoffers te maken met Inbraak of diefstal en zelfdoding, 17% met een geweldsmisdrijf, 15% met een verkeersongeval en 13% met een seksueel misdrijf. Een kleine 3% kreeg te maken met een vermissing of een ramp of crisis met ernstige schade.

Waarom melden slachtoffers zich niet?

Van de onzichtbare jongere slachtoffers geeft 23% aan dat ze geen melding hebben gemaakt, omdat het incident al was opgelost. 15% van hen zegt er niet aan gedacht te hebben of het op dat moment niet zo belangrijk te hebben gevonden. Dit komen wij in de praktijk ook tegen tijdens bijvoorbeeld de voorlichting Eenzaamheid. Jongeren geven soms aan geen hulp te zoeken uit schaamte, willen het zelfstandig oplossen, of vinden dat ze ‘stoer moeten zijn’. Vaak gaat het echter wel om serieuze en heftige gebeurtenissen. En dat is niet iets wat jongeren alleen zouden moeten doorstaan.

Wat opvalt is dat van de jonge slachtoffers die een incident niet hebben gemeld, bijna een derde aangeeft hier materiële of immateriële schade aan te hebben ondervonden. Onder materiële schade verstaan we financiële schade of schade aan spullen of personen. Onder immateriële schade verstaan we dingen als angst, verlies in het plezier van leven of verdriet. Maar ook deze slachtoffers zoeken hier vaak geen hulp voor, ook niet bij vrienden of familie. 65% van deze slachtoffers klopt niet aan bij een hulpinstantie en maar een kwart klopt aan bij familie of vrienden. Dat is zorgelijk, want hierdoor ontstaat juist vaak nog meer (mentale) schade of kan de schade een langere nasleep hebben.

Vraag hulp

Als jij of iemand in je omgeving een ingrijpende gebeurtenis meemaakt kan dit in veel gevallen negatieve gevolgen met zich meebrengen. Zowel op emotioneel als op mentaal vlak kan de nasleep van een ingrijpende gebeurtenis een grote impact hebben. Er zit geen schaamte in hulp vragen en Slachtofferhulp Nederland biedt ondersteuning op een breed aantal vlakken, van oplichting en fraude tot aan seksueel misbruik en alles er tussenin.

Heb jij of een naaste een ingrijpende gebeurtenis meegemaakt, vraag om hulp en meldt het. Hulp is niet iets om je voor te schamen, maar om je echt te helpen. Daarom bespreken wij tijdens veel van onze voorlichtingen wat jongeren kunnen doen wanneer ze een heftige gebeurtenis meemaken.