Al eerder schreven we tijdens de Week tegen Pesten een artikel over het signaleren van pestgedrag. Uit dit artikel bleek dat pestgedrag niet altijd even makkelijk te herkennen is, juist terwijl dit wel heel belangrijk is. Pesten kent namelijk verschillende psychische en lichamelijke klachten die een gevolg kunnen zijn van het pestgedrag. Waarom pesten kinderen en wat kunnen de gevolgen hiervan zijn? In dit artikel gaan we hier verder op in.
Waarom pesten kinderen?
Inzicht in de beweegredenen van een pester kan bijdragen aan het beter begrijpen van het pestgedrag. Met als gevolg dat je het pestgedrag effectiever kunt aanpakken. Vaak pesten kinderen vanuit een eigen onzekerheid. Ze zijn bijvoorbeeld zelf bang om ook gepest te worden of zijn in het verleden gepest. Om de kans dat dit (nogmaals) gebeurt te minimaliseren, gaan ze zelf pesten. Kinderen die onzeker zijn of moeite hebben voor zichzelf op te komen, vormen vaak een makkelijk doelwit als het aankomt op pestgedrag. Pesters kiezen namelijk vaak kinderen die minder sterk in hun schoenen staan. Ze zijn op zoek naar minimale concurrentie en richten zich op kinderen die makkelijk te beïnvloeden zijn. Ze weten hun prooi goed te kiezen.
Pesten draait veelal om macht. Kinderen kunnen zich sterker voelen door een ander klein te maken, het gevoel van macht vergroot hun status binnen de groep en dat werkt vaak in hun voordeel. Pesters lijken namelijk vaak goed in de smaak te vallen bij andere kinderen, zelfs wanneer zij niet altijd aardig worden gevonden. Dit wordt grotendeels gestimuleerd door de angst om zelf gepest te worden.
Daarnaast toont een onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam aan dat pestgedrag voor een groot deel erfelijk bepaald is. Pestgedrag zou, volgens dit onderzoek, voor ongeveer 70 procent bepaald worden door je genen. Het DNA speelt dus een grote rol in het worden van een pester of niet. Toch kunnen we niet volledig stellen dat pesten in ons DNA zit. Onze omgeving speelt namelijk ook een grote rol in het ontwikkelen van pestgedrag. Of iemand echt gaat pesten, hangt altijd af van onze omgeving. Het zijn dus niet alleen onze genen waarop we kunnen bouwen.
Gevolgen van pestgedrag
Binnen het basisonderwijs zegt 10 procent van de leerlingen slachtoffer te zijn van pestgedrag. Binnen het voortgezet onderwijs ligt dit percentage rond de 5 procent. Pesten heeft niet alleen invloed op het korte termijn, ook op langer termijn kan het psychische en lichamelijke welzijn kan een kind kwalijk beïnvloeden.
Pesten brengt complexe gevolgen met zich mee die schadelijk kunnen zijn voor de ontwikkeling van een kind. Slachtoffers van pestgedrag ondervinden zowel psychische als lichamelijke klachten. Onder psychische klachten verstaan we gevoelens van eenzaamheid, onmacht, neerslachtigheid of een deuk in het zelfvertrouwen. Lichamelijk kunnen kinderen klachten ervaren als hoofdpijn, buikpijn, slecht kunnen slapen of moeite met ademhalen. Kinderen die het slachtoffer zijn van pesten zijn minder goed in het herkennen van emoties bij andere kinderen. Zij interpreteren bepaalde neutrale gezichtsuitdrukkingen namelijk eerder negatief dan positief. Kinderen die gepest zijn hebben onder andere daarom al een groter risico op depressieve klachten.
We bieden als organisatie verschillende voorlichtingen aan over dit onderwerp om zo nauw mogelijk aan te sluiten op de behoefte van de doelgroep. Zo bespreken we onder andere het verschil tussen pesten en plagen op basisscholen en spreken we over de impact van online gedrag en cyberpesten op middelbare scholen en studies. We doen op deze manier ons best om het interessant en relevant te houden voor de doelgroep. Benieuwd geworden naar een voorlichting over pesten op jouw school? Klik dan hier!